Column Michel Hardeman

Kleine woningen, grote problemen?

Onder de naam ‘Klein maar fijn wonen’ wil onze gemeente 30 zogenaamde tiny houses realiseren tussen de Europaweg en de Vermeerlaan. Deze tiny houses zouden dan voor een periode van 15 jaar hier blijven staan. Uit de reacties op het plan, blijkt maar weer eens hoe uitdagend het is om er samen uit te komen – zelfs als het om kleine woningen gaat in een kleine gemeenschap als de onze. “In Woudenberg kun je binnenkort wonen op een hondenpoepveldje”, grinnikte het AD over de recente tiny houses-plannen van onze gemeente. Ik begrijp dat het grappig klinkt maar ik ben vooral blij dat er eindelijk schot in de zaak komt rond de tiny houses. Er is immers grote behoefte aan woningen voor Woudenbergers en het is een goede zaak dat er nu concreet woonruimte bijkomt voor jongeren, starters, tweepersoonshuishoudens en alleenstaanden. Helaas is 25% van deze woningen maar beschikbaar voor Woudenbergers. Woningen bouwen we dus met name voor de regio. Dat woningbouwvereniging Omnia Wonen meedoet is mooi, want dat betekent in ieder geval dat de woonruimte betaalbaar wordt. Niet iedereen is blij met de voorgenomen plannen, een aantal omwonenden geeft aan dat zij er hinder van hebben. Bezwaren lijken er vooral te zijn tegen de bouwhoogte, de manier van communiceren (jawel), twijfel over de tijdelijkheid van deze woningen en tegen het deels verdwijnen van het hondenuitlaatveldje. Hoogbouw blijft lastig in ons dorp, zie de eerdere ophef bij het Julianaplein. Daar wordt de nieuwbouw veel hoger dan aanvankelijk toegezegd. Bij Klein maar Fijn Wonen zijn er geen eerdere beloften gedaan over de maximale bouwhoogte, maar uit eerste reacties van inwoners maak ik op dat zij grote moeite hebben met de drie woonlagen. Het lijkt erop dat deze hoogte standaard gaat worden binnen onze gemeente. Het zou goed zijn wanneer de wethouder dit eens hardop zou uitspreken. 

Het object heeft deels drie woonlagen en deels twee woonlagen. Een woonblok van maximaal twee woonlagen zou al op veel meer begrip van de omwonenden kunnen rekenen. Over gebrekkige communicatie van onze gemeente heb ik me hier eerder al eens geuit. De omwonenden zijn daags voordat de tiny houses in de pers kwamen op de hoogte gebracht van deze ontwikkeling. Ze hebben het gevoel dat het allang besloten is en dat het geen zin heeft om er nog iets tegen in te brengen. Communicatie richting de inwoners is essentieel. Er zijn altijd tegengestelde belangen, maar betrokkenen transparant meenemen is essentieel. Dat is nu te laat gebeurd en zodoende kleeft de geur van onvoldoende draagvlak voor tiny houses aan dit project. Of de klachten van de omwonenden terecht zijn, is op dit moment lastig te bepalen. Maar ik kan mij voorstellen dat ze eerder meegenomen wilden worden en ze geschrokken zijn over het aantal woningen in relatie tot de hoogte. Nu is het moment om inspraak in te dienen en ik raad iedereen dan ook aan om daar gebruik van te maken. Vervolgens is het aan de gemeente om alle reacties te verwerken tot een goed voorstel en mag de gemeenteraad beslissen. Dat we er in Woudenberg samen uit kunnen komen, bleek vorige maand bij een project aan de Zegheweg, waarbij inspraak van omwonenden geleid heeft tot een betere oplossing.

Michel Hardeman
Fractievoorzitter CDA