Zorgen over plannen Voorstraat

WOUDENBERG – Voor de winkels Voorstraat 14 en 16 is een functieverandering aangevraagd van winkel naar woning. Jan Mulder, gemeenteraadslid van de SGP, stelde vragen over dit onderwerp. Hij maakt zich zorgen over deze ontwikkeling, evenals over een aantal ondernemers. De gemeente zal binnen 30 dagen antwoorden.

De gemeenteraad en het college van burgemeester en wethouders zijn samen met bijvoorbeeld de DES druk bezig met plannen voor een vitaal dorpshart. ‘Woudenberg moet een aantrekkelijke plek blijven voor investeerders en winkeliers,’ zegt Mulder in een toelichting. ‘Daar moet dit plan voor zorgen.’

Voor elk dorp is het van groot belang dat er een levendige middenstand is, waar inwoners plezierig hun boodschappen kunnen doen.

De planvorming is in 2013 begonnen. Onlangs besloot de gemeenteraad dat er een onderzoek naar de mogelijkheden voor een vitaal dorpshart moest komen. Mulder is bang dat de voorgenomen veranderingen in de Voorstraat de ontwikkeling van een dorpshart duurzaam kunnen belemmeren.

‘We hebben besloten dat er een kernwinkelgebied is. De winkels, die buiten dit gebied liggen, mogen eventueel huizen worden,’ legt Mulder uit.

De winkels in de Voorstraat liggen wel in het kernwinkelgebied. In principe moeten in die panden winkels blijven. Als het college een functieverandering toestaat, wordt het op andere plekken in het kernwinkelgebied lastiger om zo’n verzoek te weigeren.

‘Ik ben gebeld door winkeliers, die bang zijn dat deze mogelijke veranderingen een negatieve invloed op de ontwikkeling van het winkelgebied zullen hebben,’ vertelde Mulder. ‘Als het college deze verzoeken toestaat, kunnen andere winkels ook van functie veranderen. De woningen worden dan een soort holle kiezen in een gebied.’

Mulder maakt zich tevens zorgen dat de panden opgekocht worden door beleggers, die zich minder gelegen laten liggen aan de ontwikkeling van het vitale dorpshart.

Hij vraagt zich af of er draagvlak voor deze plannen bestaat. ‘Het is belangrijk dat het dorpshart aantrekkelijk blijft,' verklaart Jan Mulder zijn aandacht voor dit onderwerp. ‘We kunnen de inrichting maar één keer goed doen, maar ook maar één keer fout doen. Daarom houden wij de vinger aan de pols bij de ontwikkelingen.'