Zoektocht naar inspraak

WOUDENBERG De gemeenteraad heeft heel verschillende ideeën over de inhoud van het participatiebeleid. Dat bleek tijdens een discussie over een voorstel om dit beleid nieuwe inhoud te geven. 

Er worden grofweg twee soorten van participatie onderscheiden. Bij burgers in de buurt zijn er plannen voor verandering. Daar moeten en mogen ze hun mening over geven. Het college van burgemeester en wethouders wil dat verder uitbouwen. 

De huidige coalitiepartners CDA, SGP en PvdA/GroenLinks zaten in de vorige periode in de oppositie en vonden dat de toenmalige coalitie dat niet goed deed en dat er verbeteringen wenselijk en mogelijk waren. Dat maakt deze discussie politiek beladen. In de praktijk blijkt participatie nog weleens ingewikkeld te zijn. Op welk moment mogen burgers hun zegje doen, over welke punten en over welke niet? Wat gebeurt met hun inbreng?   

Michel Hardeman, fractievoorzitter van het CDA, vond dat er bij veranderingen in de woonomgeving altijd met inwoners gesproken moest worden. Hij noemde de ontwikkelingen rond een kinderdagverblijf aan de Middenstraat een slecht voorbeeld. 

'De ontwikkelaar had niet de plicht met de omwonenden te praten en dat is ook mondjesmaat gebeurd.' Particuliere ontwikkelaars moeten zelf met de buurtgenoten gaan praten. Dat gaat niet altijd zoals het college en de raad dat graag zouden willen. Wethouder Daphne de Kruif beloofde dat inwoners in de toekomst op tijd betrokken zouden worden. Verder zit er veel kennis in de Woudenbergse gemeenschap en worden er veel initiatieven ontplooid. 

Vervolg op pagina 15

'Maak gebruik van de kracht en kennis van de Woudenbergse samenleving,' stelde Henk van de Wetering, fractievoorzitter van PvdA/GroenLinks. 'Participatie gaat vooral over ontmoeten en verbinden,' vond Van de Wetering.

Vincent Holleman, gemeenteraadslid voor de SGP, was van mening dat het goed was dat de gemeente nieuwe procedures wilde gebruiken om ook mensen die de weg naar het gemeentehuis moeilijk vinden bij de processen te betrekken. 'Van de jongeren voelt meer dan 70 procent niet vertegenwoordigt in de gemeente. Hoe betrekken we hen er bij? Ik schrok van dat hoge percentage.'

Hij waarschuwde dat de gemeente niet alleen vertrouwen in hippe en moderne participatieprocessen moest stellen.

Bert Bosman, fractievoorzitter van de ChristenUnie, vroeg wat die hippe methoden waren. 'Dat weet u natuurlijk niet op uw leeftijd,' antwoordde Holleman, die verwachtte dat de voorzitter zou ingrijpen bij deze opmerking.  

Er komt een externe kracht om het beleid vorm te geven. De raad wilde dat deze persoon snel met diverse groepen in het dorp contact zou leggen. Ze zagen er weinig in dat deze persoon achter een bureau in z'n eentje beleid zou gaan zitten schrijven. 

Martin Nauta, commissielid voor de VVD, vond dat participatie een containerbegrip was geworden. Hij stelde voor de Vlaamse term burgerbevraging te gebruiken. 'Dat is wat je doen.'