Ody Honders licht toe
Ody Honders licht toe / foto: Hannie van de Veen

De Dorpskerk in Woudenberg

Historie

WOUDENBERG Tijdens de laatste ‘Op de koffie bij...’ op 17 december in het Cultuurhuis was de beurt aan Stichting Oud Woudenberg.

Ody Honders verzorgde voor de bezoekers van 10.30-12.00 uur een presentatie over de geschiedenis en de toekomst van de Dorpskerk in Woudenberg onder het genot van een kopje thee of koffie. Bezoekers kunnen bij deze presentatiereeks reageren op wat er verteld of getoond wordt. Voor christelijke gelovigen is de kerk al eeuwenlang een belangrijke plek. Zij belijden Jezus Christus als redder en komen in de kerk samen om het Woord van God te horen en belijden. Ody belichtte zowel de geschiedenis van het kerkgebouw als van de kerkelijke gemeente die er gebruik van maakte. 

In 1241 wordt het dorp Woudenberg voor het eerst vermeld als dorpskern. In die dorpskern lagen uiteindelijk aan weerszijden van het toen nog kleine kerkje twee kastelen: de eerste was ‘De Steen’ (op de kruising van wat nu ‘t Schilt en de Vondellaan is) en was waarschijnlijk gebouwd door Elias ll van Rijningen. Het tweede kasteel was ‘De Burgwal’ (waar de huidige straat de Burgwal naar genoemd is). Met de grond uit de slotgrachten werd de Voorstraat een meter opgehoogd en zo kreeg het dorp de naam Woudenberg. In die Voorstraat lagen vanwege de regionale tabakscultuur verschillende langhuisboerderijen en later ook dwarshuisboerderijen.

Het toen nog rooms katholieke kerkje was gewijd aan de heilige Catharina van Alexandrië. Op de grootste klok in de toren staat zij afgebeeld. De kleinere klok heette de papklok die rond etenstijd, bij brand en om 9 uur ‘s avonds werd geluid. Tussen alle verschillende bezitters van de kastelen en hun nazaten was er nogal wat geharrewar. Zo is de kerk opgetrokken of vergroot met stenen van het door Jan van Arkel, bisschop van Utrecht, vernielde kasteel ‘De Steen’. Aan de noordkant was een houten aanbouwsel dat als kapel diende waarin een altaar voor Sint Anna stond. De Sint Annabroederschap had in de 15e eeuw de zorg voor armen en behoeftigen op zich genomen en is pas in 2022 opgeheven. Het altaar was al eerder verdwenen.

In 1517 schreef Maarten Luther zijn 95 stellingen tegen o.a. de aflaatverkoop en plakte die aan de kerkdeur van Wittenberg. Pas 60 jaar later werd in Woudenberg iets van veranderingen merkbaar. Ondanks deze Reformatie bleven veel voorgangers in Woudenberg de rooms katholieke leer trouw. De eerste, die als voorganger tot 1593 actief was in Woudenberg, was schoolmeester Cornelis Janssen van Wijck. Vanaf 1581 werd het benoemen van predikanten toevertrouwd aan de Staten van Utrecht. Ook de tweede predikant, Hendrick Jansz.Puijdt, was oorspronkelijk schoolmeester. Er waren veel klachten over o.a. zijn opvliegende gedrag. Ook zijn vrouw moest het door zijn regelmatige dronkenschap ontgelden. In 1601 wordt hij pas ontslagen. De volgende ‘predikant ‘, die er weinig van terecht bracht maar wel veel volgenlingen had, was de voormalig priester Gerardus Bree. Van de Leidse Universiteit komt dan Johannes Nederlage naar Woudenberg. In deze tijd is er vooral in de provincie Utrecht onenigheid tussen de Remonstranten en de Contra-Remonstranten. Daardoor wordt hij in 1619 afgezet. Op de synodevergadering van 1619 wordt Woudenberg ingedeeld bij de classis Amersfoort. Zij krijgen de calvinistische pas afgestudeerde Nicolaus Ketelius als predikant van deze Nederduits Hervormde kerk. Hij stelt de eerste kerkenraad in. Ds Petrus Pollion diende een klacht in over de verwaarloosde pastorie en kreeg geld om het pand te restaureren. Hij werd in 1676 opgevolgd door zijn zoon Jacobus. Een bijzondere dominee was Theodorus van Toll die het begin 16e eeuw 56 jaar uithield in Woudenberg. Na zijn overlijden in 1746 kwamen er vooral kandidaten als predikant naar de Dorpskerk. Langzamerhand nam zowel het aantal inwoners als het kerkbezoek toe. Het kerkgebouw begon zelfs te klein te worden. In 1808 werd een nieuwe kerk gebouwd op de verlengde fundamenten van de oude. Ook rond de toren werd gebouwd: ruimte voor een gevangenis en ruimte voor de brandspuit. Aan de zuidkant kwam het ingangsportaal en de preekstoel werd naar de noordkant verplaatst en witgeverfd. Op de plek van het altaar van Sint Anna kwam de consistorie. In 1952 werden pas de zijbeuken gebouwd, de van verf ontdane preekstoel aan de oostkant geplaatst en verdwenen de eerder gebouwde galerijen aan weerszijden van het orgel.

Vanaf 1816 was per Koninklijk Decreet de kerk officieel een Nederlands Hervormde Kerk. Behoudende leden verzetten zich tegen de inmenging van de koning in kerkzaken en zo begon in 1834 landelijk de Afscheiding. Tegen de onderlinge verdeeldheid en de vervlakking werd in 1864 de Confessionele Vereniging opgericht, een rechtse stroming waar ook Woudenberg zich o.l.v. ds. Mensinga bij aansloot. Inmiddels was er een harmonium in gebruik maar in 1868 werd het Knipscheerorgel gebouwd. In 1888 werd gebouw Eben Haëzer in opdracht van de familie Hooft gebouwd. Dit gebouw diende als onderkomen voor verenigingsleven maar ook een tijd als school en gymzaal. Er zijn enkele confessionele predikanten geweest waaronder ds. Kleywegt die de pastorie van de Schoolstraat naar villa Vredehof aan de Maarsbergseweg kon verhuizen dankzij financiële hulp van de familie Hooft van Geerestein. 

Andere bekende confessionele dominees waren ds. Schuller tot Peursum en ds. Van Nes. Door hun schriftgetrouwe prediking, catechisatie en de zending kwamen er steeds meer kerkgangers. Sommige leden van de Confessionele Vereniging vonden de leer niet streng genoeg en richtten in 1909 landelijk de Gereformeerde Bond binnen de Hervormde Kerk op. Ds. Bouw was in 1944 een Gereformeerde Bondspredikant. Deze dominee stond aan de wieg van de eerste christelijke school. De groei van de gemeente maakte het beroepen van meerdere predikanten noodzakelijk en dus kwamen er ook meerdere pastorieën. De Woudenbergers waren zeer gelovig en veelal hervormd. Een laatste afsplitsing was in 1965 de hervormde wijkgemeente Salem die later met de Gereformeerde kerk zou opgaan in PKN-gemeente de Voorhof. Landelijk was er in 2004 nog een kerkscheuring waarbij de Hersteld Hervormde Kerk ontstond. De laatste jaren zijn er in samenwerking met andere organisaties veel sociale activiteiten ontwikkeld. Op dit moment wordt er in de nieuwbouwwijk het Groenewoud een tweede kerkelijk centrum gebouwd dat van vele faciliteiten voorzien wordt en waarin ook een dokterspraktijk gevestigd zal zijn.

In 1241 wordt het dorp Woudenberg voor het eerst vermeld als dorpskern

Oud Woudenberg