Wim Merkens van Gemeentebelangen Woudenberg
Wim Merkens van Gemeentebelangen Woudenberg

Commotie over teruggetrokken bestemmingsplan

Algemeen

WOUDENBERG De behandeling van de bestemmingsplanverandering van De Meent van gemeenteraadslid Wim Merkens ging in de gemeenteraad van december niet door. Het voorstel was niet ‘besluitrijp’.

Alle partijen steunden dit voorstel, maar uit de reacties van de fractievoorzitters blijkt dat men boos op elkaar is. De collegepartijen verwijten de oppositie dat ze op de man hebben gespeeld. De oppositie vindt dat beleidskaders ontbreken. Wim Merkens is lid van de fractie van GemeenteBelangen Woudenberg. Fractievoorzitter Peter van Schaik geeft antwoord op een aantal vragen.

Door alle fracties is het voorstel voor de Meent van de agenda gehaald, vanwege inhoudelijke redenen. Het voorstel was niet ‘besluitrijp’. In de commissie leken de ChristenUnie en GemeenteBelangen Woudenberg (GBW) dat niet te vinden. Vanwaar ineens deze eensgezinde actie?

Peter van Schaik: ‘Het is juist dat wij het voorstel wel besluitrijp vonden in de commissie en dat vinden wij nog steeds. Tijdens de commissie werd er door het CDA en de SGP, zoals bekend, veel problemen gemaakt dat het hier om een voorstel tot wijziging van een bestemmingsplan ging, en dat de initiatiefnemer een raadslid van GemeenteBelangen Woudenberg was. Omdat het raadslid na de verkiezingen niet terugkeert in de raad, waren/zijn zij van mening dat het voorstel pas na de verkiezingen kon worden behandeld. Het CDA ging tijdens de commissie niet eens in op de inhoud van het voorstel, maar de focus lag helemaal op het raadslidmaatschap van ons GBW-lid. Wij hebben als GemeenteBelangen Woudenberg geheel volgens de gedragscode gehandeld, zoals die in 2013 door de raad is vastgesteld. Deze gedragscode geeft aan hoe te handelen om de schijn van belangenverstrengeling te voorkomen als raadslid. Er wordt voorgeschreven dat een raadslid bij aanvang van de bespreking van het agendapunt direct moet aan geven, dat het raadslid niet deelneemt aan de beraadslaging en ook niet zal meestemmen. Dat hebben wij dan ook gedaan. 

Wat zijn die inhoudelijke en procedurele bezwaren?

Peter van Schaik: ‘De inhoudelijke bezwaren komen van het CDA en SGP. Zij zijn van mening dat er een beleidskader ontbreekt met regelgeving voor bestemmingsplannen die een afwijkende situatie kennen. Zij willen in het beleidskader opgenomen hebben hoe daar mee om te gaan bij verzoeken. Dat mogen zij natuurlijk vinden. Wij denken daar anders over. Het college kan ook maatwerk toepassen. Daar zijn recente voorbeelden van binnen Woudenberg, dus er wordt geen precedent geschapen met de goedkeuring van het bestemmingsplan van ons raadslid. Bovendien heeft de provincie het voorstel onbevooroordeeld getoetst aan de regelgeving en goedgekeurd. Dus een onpartijdige en onafhankelijke toetsing. De procedurele bezwaren gingen dus om het gegeven dat het om een agendapunt ging waarbij een raadslid is betrokken. CDA en SGP zijn van mening dat het onderwerp niet geagendeerd had mogen worden. Men moet niet vergeten dat het traject voor het bestemmingsplan 4 jaar geleden al is gestart. Het is nooit te voorspellen wanneer een plan gereed is voor behandeling in de raad. Je hebt te maken met inspraakprocedures en dergelijke. Uiteindelijk waren de stukken nu gereed voor besluitvorming in de raad. Wij zijn van mening dat een ondernemer ook raadslid moet kunnen zijn. Als raadslid ben je onderdeel van de samenleving. Je staat met één been in de samenleving en met één been in de gemeenteraad. In het verleden hebben vaker raadsleden in de positie gezeten, dat hun persoonlijk belang strijdig was met dat van raadslid. Net zoals GBW nu heeft gehandeld, hebben zij toen niet meegedaan aan de besluitvorming. Het zou van willekeur getuigen als een raadslid dat nu, zonder verandering van de regels, anders zou moeten doen.’

Waarom hebben jullie deze weg bewandeld? 

Peter van Schaik: ‘Nadat bleek dat het CDA en de SGP problemen hebben met de agendering van het bestemmingsplan, met de wetenschap dat het betreffende raadslid over drie maanden de raad verlaat, hebben wij besloten er mee in te stemmen om de behandeling van het plan van de agenda te halen tot na de verkiezingen. Hopelijk helpt dat om te voorkomen dat er dan nog iemand is, die aan mogelijke belangenverstrengeling denkt.’

Hoe hebben jullie deze discussie ervaren?

Peter van Schaik: ‘Deze discussie vinden wij ongepast en is onder de gordel! Door de opstelling van het CDA en SGP geven zij indirect aan, te twijfelen aan de integriteit van ons raadslid. Dit zal men niet met ons eens zijn, maar als er vertrouwen is in de integriteit van het raadslid, bespreek het agendastuk dan inhoudelijk. Ben je het als partij niet eens met de inhoud, stem dan gewoon tegen het voorstel. Geen probleem, dan kan de democratie zijn werk doen.’ 

Michel Hardeman en Jan Bessembinders van het CDA lichten hun problemen met het voorstel toe. ‘Wij vinden dat iedere Woudenberger, dus ook ieder raadslid, plannen bij de gemeente moet kunnen indienen, dus ook gemeenteraadsleden. De timing is in dit geval echter niet handig. Het raadslid is na maart vermoedelijk geen raadslid meer en is het dan niet beter om even te wachten en dit voorstel over een paar maanden te behandelen? Wat is de noodzaak dat we niet tot na maart kunnen wachten? Deze vragen hebben wij hardop gesteld tijdens de commissievergadering, meer niet, aldus Hardeman. Bessembinders heeft inhoudelijk ook problemen. ‘De gemeente wil de ruimte voor ruimte regeling gebruiken. Die geldt voor percelen met een agrarische bestemming en hier zit een recreatiebestemming op. Dit zou de eerste keer zijn dat we een uitzondering maken. We vinden dat we goed moeten omschrijven waarom we deze uitzondering in dit geval maken en hoe we in de toekomst met zulke verzoeken willen omgaan.’

Hardeman vult aan: ‘Wij worden aangesproken door burgers die denken dat dit zo geregeld wordt, omdat het een gemeenteraadslid betreft. Dat is een slecht signaal, dus moeten we het voorstel zorgvuldig wegen en een goed beleidskader hebben.’

Jhony Stalman, fractievoorzitter van de VVD, zegt: ‘Inhoudelijk is het goed om een discussie te hebben over een bestemmingsplan. Het mag geen verschil maken van wie de grond is waarover het gaat. Dus ook van een zittend raadslid. Maar in casu lijkt de discussie rondom ‘De Meent’ doelbewust op de man gespeeld, wat ik van een zeer discutabel niveau acht. Ik heb letterlijk de band van de raadsvergadering nog eens afgeluisterd en men zegt gewoon dat niet zuiver is gehandeld door het betrokken raadslid. Als een partij oprecht van mening is dat er sprake is van een mogelijke integriteitskwestie, dan had dit vooraf bij de burgemeester moeten worden gemeld. Dit is niet gebeurd, wat ertoe heeft geleid dat door de uitspraken tijdens de vergadering een mede-raadslid willens en wetens lijkt te zijn beschadigd. Dit raadslid heeft zich juist, conform afspraken binnen de raad gemaakt, onthouden van deelname aan de vergadering en dus stemming. Dit om iedere schijn van beïnvloeding van het proces te voorkomen, en de rest van de raad het gesprek op inhoudelijke gronden met elkaar te laten voeren. De gekozen manier van handelen van leden van de oppositie zorgt ervoor dat in een kleine gemeente als de onze, een raadslid geen enkele ruimte lijkt te hebben om als inwoner projecten te starten waarvoor vergunningen verleend moeten worden. En wordt een collega als mens en raadslid en passant beschadigd, terwijl ze niet in staat zijn zich op dat moment te verweren. Blijkbaar is dit hoe enkele partijen politiek willen bedrijven in Woudenberg …………’

Moniek van de Graaf, fractievoorzitter van de PvdA/Groen/Links, zegt: ‘PvdA-GroenLinks mist een solide inhoudelijke onderbouwing van wethouder De Kruif in deze zaak. De ruimte-voor-ruimte-regeling is tot nu toe alleen toegepast op agrarische ondernemingen en niet op recreatieve bedrijven. Waarom daar nu een uitzondering op maken? Wethouder De Kruif stelt dat er één keer eerder zo’n uitzondering is gemaakt, en wel op de Laagerfseweg 48-50, maar hier zat juist wel een agrarische bestemming op. Daarbij: nu toestaan dat op de plek van de manege villa’s worden gebouwd, heeft een precedentwerking waar PvdA-GroenLinks niet op zit te wachten: het is niet de bedoeling dat het buitengebied teveel gaat verstenen. We moeten goed omgaan met ons prachtige natuurlijke buitengebied.’

Elli van Oosterom, fractievoorzitter van de ChristenUnie, vindt: ‘Het enige wat ik hier over kwijt wil, is dat ik de discussie in de commissievergadering als diep treurig heb ervaren. In het openbaar worden er dingen over raadsleden gezegd, die op dat moment zich niet kunnen verweren omdat ze niet deelnemen aan de vergadering. Wanneer je als fractie van mening bent dat er een integriteitsprobleem is, dan dien je dat van te voren te overleggen met de burgemeester. Dat hebben we een paar jaar geleden zo afgesproken. Raadsleden maken onderdeel uit van de Woudenbergse samenleving. Ook zij kunnen een vergunning aanvragen voor projecten. Een ruimtelijke procedure neemt vaak jaren in beslag. Wanneer dat dan uiteindelijk in de gemeenteraad wordt besproken, neem je niet deel aan de beraadslagingen en gaat het overige deel van de raad inhoudelijk met elkaar in gesprek. Zo hebben we dat in het verleden ook gedaan bij aanvragen van CDA en SGP raadsleden.’

Henk-Jan Molenaar, fractievoorzitter van de SGP, geeft een kort statement: ‘Vanwege de omissies in het raadsvoorstel, de onduidelijkheid rondom de toegepaste regels en het ontbreken van beleid hebben we het voorstel gesteund om het bestemmingsplan De Meent niet te behandelen. Daarmee zorgen we voor een zorgvuldig proces voor de initiatiefnemer en bieden we het college de kans om met een verbeterd raadsvoorstel te komen. Wij zijn er blij mee dat het zo is gelopen.’

Gerhard te Winkel