Column: Kijk op Woudenberg

Onlangs speelden en zongen in een uitvaart drie broers enkele prachtige liederen voor hun veel te vroeg overleden zusje. De dag erna bleek dat één van hen besmet was met corona, en weldra moesten alle gasten ingelicht worden en volgden er andere besmettingen. 

Eén van de moeilijkste dingen in coronatijd is dat juist bij elkaar komen en zingen risico’s oplevert. Dat doet ons in de kerken pijn, we voelen hoe belangrijk samen zingen is. Zingen in het donker, zingen tegen het donker, zingen over licht in het donker, zingen over het verlangen naar de komst van het Licht. Wat doen we liever in deze Adventtijd?

Toen de Catharinakerk in Woudenberg begon, was er nog geen kerkkoor en zong een gelegenheidskoor van protestantse zangers, is me verteld. Hartverwarmend. Daarna kregen we ons eigen Catharinakoor, dat dit jaar 49 jaar bestaat. Vele jaren hebben ze de vieringen opgeluisterd. Met enthousiasme en grote trouw hebben ze gezongen. 

Maar de leden werden ouder, het koor werd steeds kleiner. Al heeft dat iets moois en breekbaars, een klein koor van ouderen dat vol vuur staat te zingen, en al denk ik ook dat er Daar Boven graag naar geluisterd wordt: het koor heeft nu toch besloten om te stoppen. Met Kerstmis zingen ze voor het laatst.

In de katholieke kerk is het zoeken. Veel parochies worstelen: hoe nu verder? Toch worden in onze kleine gemeenschappen en in onze grote samenwerkingsparochie nieuwe ideeën en initiatieven geboren en gebeuren er goede dingen, zoals dit jaar de opvang van een vluchtelingengezin of een actie voor de Voedselbank. En het zingen? 

De Catharina kerk gaat verder met samenzang, met af en toe het koor Rejoice, een cantor of de zanggroep Vocals of Joy. Ook met weinig mensen kun je groot verschil maken.

Nelleke Spiljard, 
pastor Catharinakerk.