Afbeelding
Oud Woudenberg

Indrukwekkende wandeling langs het oorlogsverleden

Algemeen

WOUDENBERG
Zaterdag 23 oktober en deze keer mooi weer, droog met weinig wind en een aangename wandeltemperatuur. We starten met 21 deelnemers en een gastgids van de Grebbelinie in het vizier.

De koffie was weer prima bij Aaltje en ook de knapzak vond prima aftrek. Dick Veldhuisen heet de deelnemers hartelijk welkom en belooft bij voorbaat al een mooie en interessante wandeling. Jan van Egdom vertelt vervolgens over het ontstaan van de Gelderse Vallei, de drassigheid van de vallei en waarom al in de 16de eeuw dit een geschikt gebied werd voor de verdediging van wat wij tegenwoordig de randstad noemen. 

De rest van het toenmalige Nederland telde eigenlijk nauwelijks mee. Is er veel veranderd tussen toen en nu! En dan springen we naar 1939-1945, want daar gaat de rondleiding hoofdzakelijk over. Wat is er nog allemaal te zien en te vertellen over wat er hier gebeurd is. Ter verduidelijking gaat er een kaart rond met daarop de route die wij gaan lopen. 

Eerst gaan we zuidwaarts over het Klompenpad langs het Valleikanaal tot aan de Duitse bunker. Een lomp stuk beton gebouwd in opdracht en onder toezicht van de Duitsers. Maar het werk moest gedaan worden door Russische krijgsgevangenen uit kamp Amersfoort en Nederlandse mannen uit de omgeving. En uiteraard op kosten van Nederland. Ter camouflage geverfd alsof het een huis was, met rode dakpannen, ramen met gordijnen en geeloker gekleurde muren. 

Omdat deze bunker pas enkele jaren geleden is uitgegraven, is onder de uitgang voor het kanon deze verf nog goed te zien. Van deze bunkers zijn er 24 langs de linie gebouwd en daarvan is de helft nog aanwezig. Voordat we omkeren om onze tocht noordwaarts te vervolgen eerst nog stilgestaan bij de iets verder zuidelijk gelegen Pothbrug. 

In die tijd was de A12 nog niet aangelegd en een voorname verbinding tussen Arnhem naar Utrecht liep nu over de Pothbrug. Belangrijk voor de Duitsers in 1940 en toen zij in Scherpenzeel kwamen bliezen de Nederlandse militairen de brug op. Herbouwd op Nederlandse kosten door de Nederlanders. In 1945 lagen de Duitsers op de linie en kwamen de Canadezen ook vanuit Scherpenzeel en bliezen de Duitsers de brug op. De geallieerden hadden echter baileybruggen en na een kort oponthoud lag er weer een baileybrug, zodat onze bevrijders door konden achter de vertrekkende Duitsers aan. Dezelfde brug is 2x in 5 jaar vernield, staaltje waanzin van een oorlog.

Terug richting noorden, waar we nu langs 3 verschillende soorten kazematten komen, S3, B en G kazematten, alle met verschillende functies, afmetingen en diktes. En dan ook nog een prachtig natuurlijk bouwwerk bewonderd, waaraan nog steeds gebouwd wordt. Alleen jammer dat wederom niemand dit fraaie stukje werk in eerste aanleg zag liggen. En er zijn er al zoveel rond Woudenberg, dus als Woudenbergers MEER gaan wandelen dan goed kijken! 

Terug bij het schapenbruggetje wordt verteld hoe de inundatie van de Valleistelling, zoals de linie in 1939 door de legerleiding genoemd werd, werkt. Keerkades, sluizen en ongeveer 7 meter hoogteverschil tussen Rhenen en Spakenburg met voldoende waterhoogte in de Rijn/Lek en het land aan de oostkant van het Valleikanaal kan onder water gezet worden. Ook dit keer stapt niemand uit als we bij Aaltje terug zijn, dus door richting Bruinenburgersluis. 

Een mooi stuk dijk volgt met mooie paddenstoelen, exotische bomen, dikke eiken enzovoorts. Bij het wittenburgbruggetje wordt gestopt en gehoord hoe de boer hier het voor elkaar kreeg om alleen voor hem een brug over het nieuw aangelegde kanaal te krijgen. Een mooie plek om ook te vertellen hoe de Luntersebeek hier liep voordat het Valleikanaal gegraven werd. Een en al bocht en het kanaal nagenoeg recht. Door werkeloze Nederlanders gegraven, met schop en kruiwagen, mooi te zien op een foto die rondgaat. 

Ook het resultaat van het onderwater zetten door het Nederlandse leger in 1939/1940, gezien vanaf de watertoren, staat mooi op een andere foto. Bij de Bruinenburgersluis verlaat het Valleikanaal de loop van de Luntersebeek. De sluis, gebouwd in 1785, wordt in elkaar gedrukt door een paar prachtige grote beuken. De sluis is uniek en beuken kunnen vervangen worden en gelukkig moeten er nu 5 beuken wijken en kan de sluis hersteld worden en in oude glorie daarna nog weer jaren mee. Voor de beuken moet herplant plaatsvinden, zoals het hoort. 

Wij vervolgen onze tocht links langs de loop van de oude Luntersebeek, een lekker drassig stukje. Aangekomen op het tracĂ© van de vroegere zgn. kersenlijn Amersfoort - Kesteren stoppen we bij de spoorbrug. Hier is veel gebeurd tijdens de 2de wereldoorlog. Deze lijn was ten tijde van de oorlog een belangrijke verbinding tussen Amsterdam en het Duitse Ruhrgebied. Dat wist het Nederlandse verzet ook en bliezen de spoorbrug op. De Duitsers brandden als vergelding, op Ekris, boerderij Bruinenbergen en daarbij gelegen schuur af. Maar er is veel meer gebeurd. 

Op 3 februari 1943 stort enkele honderden meters voorbij de brug een bommenwerper, type Stirling, neer met 8 jonge bemanningsleden. 3 Engelse en 5 Canadese mannen tussen de 20 en 26 jaar jong. Enkele jaren geleden heeft de Leusdens historische vereniging hiervoor een mooi monumentje laten plaatsen, vlakbij de plaats van de crash. Er stond ook een baanwachtershuisje bij de spoorbrug. Het had nr 42 en toen woonde er de familie Prinsen. 

In oktober 1944 werd dit huisje door geallieerde vliegtuigen onder vuur genomen. De familie heeft het gered in de kelder onder het huisje en dat na de beschieting nog maar ter nauwe nood kunnen verlaten. Een maand later hebben ze het huisje verlaten, waarna het later is afgebroken en tot de laatste steen opgeruimd. Er is zelfs nergens een foto van nr 42 te vinden. 

En dan nog de crash van de Tyfoon van de Royal New Zealand Air Force met vlieger Mate Alexander Milich op 8 december 1944. Ooggetuige was de 16 jarige Joop Vossensteyn, die toevallig op het aardappellandje nog wat piepers wil gaan zoeken. Ook zijn verslag wordt voorgelezen en is zowel indrukwekkend als luguber. En dan ook nog te bedenken dat de Duitsers zijn lichaam een week daar hebben laten liggen, volkomen zwartgeblakerd volgens Joop. 

Nu nog terug naar Aaltje aan de Linie, dat is nog een heel eind over het lijntje, maar niemand klaagt. Om iets voor vijven zijn we terug. Op mijn vraag of het interessant en de moeite waard was reageerde iedereen positief. Daarom heb ik de deelnemers ook nog gewezen op de mooie wandel- en fietsgidsen die in het museum van de Grebbelinie in het vizier aan de Brinkkanterweg te koop zijn. 
De gids van de fietstocht langs de wederopbouwboerderijen van Oud Woudeberg is binnenkort te krijgen bij OW in het cultuurhuis. Als afsluiting heb ik een gedicht voorgelezen van Martin Niemoeller, geschreven in Dachau.

Jan van Egdom, Oud Woudenberg

Afbeelding
Afbeelding
Afbeelding