Ingezonden: Symboolpolitiek

In de opgerakelde discussie over de zondagsopenstelling is het goed om even diep adem te halen en te kijken wat de belangen echt zijn. En dan met name van de supermarkten. In essentie is het tamelijk eenvoudig: de discussie is zinloos.

Woudenberg is met vier supermarkten een echte vechtmarkt. Marktaandeel is veruit de belangrijkste parameter waarop de branche stuurt. Een half procent meer marktaandeel is enorm en daar doen de winkels echt alles voor. 

Zondagsopenstelling lijkt dan een kans om meer marktaandeel te veroveren. Echter, ik denk dat in Woudenberg dit eerder een bedreiging is om klandizie - en dus marktaandeel 

- blijvend te verliezen. Bijna de helft van de inwoners heeft gestemd op een christelijke partij. Daarnaast zijn er inwoners die om sociaal-culturele redenen de 24-uurs economie kritisch benaderen. Als ook maar een deel van deze boodschappers besluit - al dan niet na oproepen van organisaties of individuele burgers - om supermarkten die op zondag open zijn te mijden, heeft dat gigantische verschuivingen tot gevolg. Veranderingen van marktaandeel die vele malen groter zijn dan welke juichcape of voetbalplaatjes campagne kan bereiken.

Supermarkt bazen weten al lang wat sommige politici niet willen begrijpen: dat burgers met hun stempas maar één keer per vier jaar stemmen 

in het stemhokje; met hun pinpas bij de kassa stemmen burgers elke week! De winkel die op zondag dicht blijft ziet de omzet de lucht ingaan en binnen een paar weken is de rest ook weer dicht in een wanhopige poging om de weggelopen klanten terug te winnen. Net als tijdens de begindagen van de Covid-19 pandemie.

De zondagsopenstelling is zo niets meer dan symboolpolitiek, een dode letter in de APV, en in de praktijk verandert er niets. We kunnen tijdens de verkiezingscampagne onze tijd beter besteden aan belangrijkere onderwerpen die de toekomst van ons dorp bepalen.

Albert Henzen, Woudenberg