Voorstraat 14-16
Voorstraat 14-16 / foto: Niels Wolterink

College moet besluit over Voorstraat heroverwegen

Algemeen

WOUDENBERG – Het college van burgemeester en wethouders moet van een bezwaarcommissie haar besluit heroverwegen om het bestemmingsplan voor Voorstraat 14 en 16 voor 10 jaar te veranderen van winkel naar woningen. 

De commissie zou de communicatie van het college onvoldoende en het besluit onjuist vinden. In het voorjaar besloot het college van burgemeester en wethouders de bestemming op twee panden in de Voorstraat te veranderen. Ze maakte daarbij gebruik van haar zogeheten ‘kruimelbevoegdheid’. Het college mag de bestemming voor enkele panden veranderen als daar noodzaak voor is. Volgens het college was daar in dit geval sprake van omdat de winkelpanden al meer dan een jaar leeg stonden. De winkeliers in de Voorstraat reageerden furieus, omdat ze ineens woningen in hun winkelstraat zouden krijgen. Zij vreesden dat dit het begin van het einde voor hun winkelstraat zou zijn. Ook winkeliersvereniging de DES reageerde erg boos. Samen met de gemeente werkt de DES aan een plan voor een vitaal winkelhart dat binnenkort gepresenteerd moet worden. De winkeliers vonden dat het college op dat plan had moeten wachten. Bovendien vonden ze woningen in het winkelgebied een slecht idee. 

In de gemeenteraad leidde het voorstel tot heftige discussie. Onder meer PvdA/GroenLinks en de SGP spraken uit dat het wijzer geweest was om op het plan te wachten. Andere partijen verklaarden dat het college bevoegd was dit besluit te nemen en dat ze het daarom zouden steunen. Tegen het besluit is bezwaar gemaakt. De commissie heeft een geheime uitspraak gedaan. Naar verluidt vindt de commissie dat het college in dit geval de kruimelbevoegdheid niet mocht gebruiken en dat de communicatie slecht geweest is. De afdeling communicatie laat naar aanleiding van vragen van LetOp Woudenberg weten: ‘Het advies van de commissie is mogelijk door anderen al gedeeld waardoor mensen al op de hoogte zijn. Dat is echter een advies van de commissie aan het college. Het college zal op basis van dat advies moeten komen tot een beslissing op het bezwaar en daarbij (mogelijk) een heroverweging maken en een nieuw besluit nemen op de aanvragen. Pas daarna is sprake van een besluit met rechtsgevolg. 

Zo’n proces vraagt om zorgvuldigheid en terughoudendheid van informatie tot het moment dat betrokkenen (in deze vergunninghouders en indieners bezwaarschrift) op de hoogte gesteld zijn van de besluitvorming. Alle inhoudelijke vragen wil en zal het college beantwoorden op het moment dat besluiten genomen en gedeeld zijn. ‘Het advies van de commissie zal ongetwijfeld tot vragen in de gemeenteraad leiden.

Gerhard te Winkel