Afbeelding
foto: Judith de Boer

De Kleine Schans onder de loep

Algemeen

WOUDENBERG Drie en een half jaar geleden startten we een nieuwe organisatie met ambities. Natuurlijk wil je dan weten of wat je aan het ontwikkelen bent, ook lukt. En of dit bijdraagt aan de opdracht die we kregen van de gemeente.

Meteen na de start zocht ik contact met de Universiteit van Utrecht, met de vraag of zij onderzoek wilden doen naar de werkzaamheid van de coöperatie. Hieruit volgde een onderzoek van Kenniscentrum Utrecht Sociaal waarbij diverse faculteiten van de Universiteit en de Hogeschool van Utrecht samenwerkten. De coöperatie kent namelijk diverse interessante onderzoeksvraagstukken. Er is onderzoek gedaan naar de ontwikkeling van het werk; of de resultaten daarvan in lijn zijn met de doelen die gesteld zijn in het beleidskader sociaal domein, maar ook naar de organisatorische kant van de organisatie.
Vorig jaar kwamen daar nog twee onderzoeken bij. De gemeente vroeg de Rekenkamer onderzoek te doen om goed te kunnen evalueren. En we vroegen ons af, hoe de kosten van jeugdhulp kunnen blijven stijgen, terwijl we veel moeite doen om die kosten bij te sturen. Daarover is de VNG gevraagd een uitspraak te doen.

Los van de onderzoeken is De Kleine Schans sinds 2019 (dus al voor de bezuinigingsdialoog) begonnen met het uitvoeren van een maatregelenpakket om kosten te reduceren. Omdat gezien werd dat de zorg onbetaalbaar wordt. Vervolgens heeft De Kleine Schans aan de bezuinigingsdialoog deelgenomen en was daar alle ruimte om voorstellen tot bezuinigingen te doen. Wat daarbij lastig was, is dat sommige hulp wettelijke kaders kent. Omdat we voor dat soort hulp niet konden berekenen wat de opbrengst zou zijn, werd het voorstel niet meegenomen in het witboek. Een voorbeeld: dat alle verwijzingen door anderen naar specialistische zorg afgewezen moet worden, omdat je daar geen grip op hebt. Op zich een logische gedachte, maar wettelijk niet houdbaar. Dat neemt niet weg dat we zoeken naar manieren hoe we kunnen omgaan met die wetten, zodat de zorg goedkoper en goed (vaak beter) vormgegeven kan worden. Ik realiseer me dat veel mensen denken dat goedkoper ook slechter betekent. Ik ben van mening dat dat niet hoeft. We hebben met elkaar al jaren een zorgstelsel opgebouwd dat zeer uitgebreid is. Maar als je diverse onderzoeken naar effectiviteit van bepaalde hulpsoorten beziet, rijst sterk de vraag of we dat goed gedaan hebben. De uitkomsten van het casusonderzoek van de Universiteit heeft ons bevestigd in onze zienswijze: meer integraal en met de inwoner, beter en goedkoper.
De onderzoekers waren positief over de ontwikkelingen binnen de coöperatie. We weten partners goed te vinden en een effectieve samenwerking op te bouwen. We verbinden netwerken en komen tot co-creatie tussen leden. Gezamenlijk met de leden, dragen we verantwoordelijkheid en geven we vorm aan de veranderingen binnen het sociaal domein. Hiermee lukt het ons te werken volgens de opdracht die beschreven is in het gemeentelijk beleidskader. De ledenvergadering van de coöperatie benut zijn invloed met name in de werkateliers die worden opgericht om diverse verbeteringen in het sociaal domein vorm te geven.
Complimenten werden gegeven over de manier waarop De Kleine Schans de transformatieopgave oppakt. Als risico werd gezien dat dit soms niet het geval is bij regionaal opererende partijen waar soms naar wordt doorverwezen. Ons is dan ook geadviseerd om kritisch te kijken welke partijen deze ontwikkeling goed volgen en zo nodig naar hen te verwijzen. Gezien werd dat de werkhouding van de medewerkers bij De Kleine Schans ondersteunend is aan het vormgeven van de transformatie. Mensen kennen de partners waardoor het makkelijker is elkaar te consulteren. Het resultaat is dat de inwoner directer wordt geholpen en er bij complexe cases meer sprake is van een gezamenlijke aanpak waardoor de ondersteuning meer toegesneden is op de situatie van de inwoner.
Daarnaast waren de onderzoekers enthousiast over de procesinrichting en de lerende houding van De Kleine Schans om zich continu te ontwikkelen in de richting van de gestelde opgave.

Minder positief beoordeeld werd het werken aan doelen van de gemeente. De doelen van De Kleine Schans veranderden in de loop der tijd. Ik begrijp deze kritiek vanuit de onderzoeker, maar kan dit gemakkelijk verklaren door de praktijk. Een leidend principe vanuit het beleidskader als ‘integraal, dichtbij passende ondersteuning bieden’ of ‘voorkomen is beter dan genezen’ wordt bij De Kleine Schans in stukken gehakt. We hebben gewerkt aan het doel ‘samenwerking tussen hulpverlener, inwoner en zijn netwerk versterken’ en aan het doel ‘basisvoorzieningen ontwikkelen’ Met beide doelen werken we eraan de hulp dichtbij de inwoner en preventief vorm te geven, maar het ziet er in de tekst wel anders uit.

In het ene rapport was men kritisch over het punt dat we niet helemaal hard kunnen maken dat onze inspanningen bijdragen aan de doelstellingen van de gemeente. In een ander onderzoek onderzocht men de verandering van werkwijze en de effectiviteit daarvan. Daar werd geconcludeerd dat we komen tot méér lokale, passende en integrale antwoorden op ondersteuningsvragen en minder inzet van specialistische zorg (beiden doelen vanuit het gemeentelijke beleidskader) De conclusie dat we nog te weinig grip hebben op de data en data analyse onderschrijven we. Hierin werken we samen in de regio om te komen tot meer inzicht en duiding van (anonieme) gegevens.

De onderzoekers hebben ook onderzocht wat er veranderd is in het team van medewerkers van De Kleine Schans. Naast de verbetering van samenwerking met andere partijen en de sociale omgeving van de inwoner is ook de expertise vergroot. Met de ambitie om dichter bij de inwoner de hulp vorm te geven, moet ook de expertise dichterbij gehaald worden. Op De Kleine Schans werkt een zeer divers en goed geschoold team (HBO, HBO+ en Universitair geschoolde mensen), waardoor we veel hulp zelf kunnen uitvoeren en doorverwijzen naar elders minder nodig is. Naast inhoudelijke kennis, hebben de medewerkers meer kennis gekregen over kosten van hulp en bespreken zij dit met de inwoner. Hierdoor lukt het beter met elkaar af te spreken met welk doel iets wordt ingezet en waar het toe moet leiden.

In een onderzoeksverslag wordt de veranderde werkwijze van De Kleine Schans moedig genoemd. “Om de nieuwe werkwijze te laten slagen is er ook een omslag nodig in het denken van de inwoners over wanneer iets normaal is en wanneer iets werkelijk problematisch is. Vaak zijn mensen geneigd om lastige situaties snel te problematiseren en vindt men dat er specialistische hulp nodig is in plaats van steun te zoeken in de eigen omgeving.” (uit: Samen voor een stevige sociale basis. Kennisplatform Utrecht Sociaal, maart 2021.)

En het is ook een omslag in het denken bij collega zorgorganisaties. Er zijn zorgorganisaties die pas willen overleggen of meedenken als er een beschikking is afgegeven, omdat het huidige financieringsstelsel activiteiten die vóór die tijd plaatsvinden niet worden vergoedt. Daarnaast is het lastig om afspraken te maken met grote organisaties, omdat je vaak weer met een andere afdeling te maken krijgt die de gemaakte afspraken niet kent. Dit bemoeilijkt de samenwerking. Er wordt gezien dat er veel factoren zijn die bijdragen aan de beoogde innovatie en impact. Dat De Kleine Schans koers houdt volgens de visie, wordt geprezen.

We zijn natuurlijk erg blij met de uitkomsten van de diverse onderzoeken. Een andere koers, waarbij we uitgaan van het vermogen van de inwoner en zijn netwerk is met goed resultaat ingezet. Dat inwoners en diverse hulpverleners van elders daar soms nog aan moeten wennen, klopt. We merken dat aan doorverwijzingen naar dure zorg elders, door hulpverleners buiten ons team of inwoners die een ‘beschikking komen halen’ voor iets. Het is best lastig om wanneer een collega van elders of een inwoner al iets in zijn hoofd heeft, om te schakelen naar “het is echt meer effectief wanneer u dat met ons in Woudenberg oplost”. Ondertussen zijn we ervan overtuigd dat we met elkaar een gezonde Woudenbergse samenleving kunnen zijn, waarbij we elkaar hulp durven vragen. En accepteren dat het soms niet gaat zoals we graag zouden willen of dat de ander anders is dan verwacht. We zien al zoveel mooie voorbeelden!! 

Doorverwijzen minder nodig door inzet expertise team

Goedkopere zorg betekent niet slechtere zorg

Ellen van der Vlist, directeur zorgcoöperatie De Kleine Schans