Corona-beleid bij binnenkomst Jumbo
Corona-beleid bij binnenkomst Jumbo / foto: redactie

'De grootste klap moet nog komen'

WOUDENBERG - Het zag er naar uit dat de winkels en horeca met minder strenge regels geconfronteerd zouden worden, toen deze krant werd gedrukt. De Woudenbergse ondernemers zijn bijzonder blij met deze stap.

Toch is de Woudenbergse middenstand nog lang niet uit de problemen. ‘De grootste klap moet nog komen,' zegt Marco Rommers van Proathuus Barom. LetOp Woudenberg sprak drie ondernemers. Ze zeiden unaniem: ‘Nog een lockdown met beperkingen dat is het einde voor ondernemers.' De Ministers Rutte en De Jonge maakten vorige week dinsdag bekend dat winkels zonder afspraken klanten mogen ontvangen en dat de terrassen gedeeltelijk open mogen. ‘Tenzij de hemel naar beneden komt', aldus Rutte. Patrick Kolfschoten, voorzitter van winkeliersvereniging DES en eigenaar van de Jumbo, is bijzonder blij dat de regels soepeler worden. ‘Het is zwaar voor de ondernemers op dit moment.’ Burgemeester Cnossen zei vorige week dat het water de ondernemers aan de lippen stond. Kolfschoten reageert: ‘De meesten zijn allang kopje onder. Ze hoefden belastingen niet te betalen. Ze hebben geld van familie en vrienden geleend. De banken gaan geld terug vragen. Dan komen er echt grote problemen.’ Marco Rommers ziet hetzelfde probleem. ‘Ik heb geld van familie en kennissen geleend. Ze wachten al een jaar dat ik het terugbetaal. Zo gauw ze tien mensen op het terras zien zitten, komen ze langs.’

'Het gaat om de beleving'

Afhalen van eten loopt langzaam terug. ‘Het gaat de mensen om de beleving.’ Hij had vier succesvolle maanden achter de rug, toen zijn zaak moest sluiten. Hij was tekort bezig om ondersteuning te krijgen. ‘Ik moet echt vier maanden goed draaien voordat ik rekeningen kan betalen. Het duurt 3 jaar voor ik winst maak. Nu verdien ik bij lange na niet genoeg om de kosten te dekken.’ Voor de horeca is de situatie kritiek. ‘Sommige restaurants hebben zelfs geen pak zout meer op de plank staan.’ Veel personeelsleden van Praothuus Barom hebben ondertussen een andere baan gevonden. We zullen het moeten hebben van mensen, die het uiteindelijk toch leuker vinden om in de horeca te werken. In het weekeinde hebben we wel voldoende mensen om te bedienen,' aldus Rommers. Herenkledingzaak What2wear bij Gea heeft ook een lastige periode achter de rug. ‘Ik ben blij dat een bepaald aantal mensen weer de winkel in mag zonder afspraak. Die afspraakregeling werkte niet. Mensen voelden zich bezwaard als ze een afspraak hadden en niets kochten. Dus kwamen ze niet. Het was een gigantische boekhouding om bij te houden wie er in de zaak geweest was. Ik ben ook nooit gecontroleerd.’ Bij de Jumbo mogen er maximaal 101 klanten naar binnen. ‘We zetten 80 karretjes buiten en als die allemaal in gebruik zijn, moeten klanten wachten,’ zegt Kolfschoten. Hij kiest voor 80 omdat mensen ook weleens kinderen meenemen.

Nieuwe banen

‘We hebben iemand bij de ingang staan, die de karretjes schoonmaakt, de regels uitlegt en iedereen begroet. Voor de pandemie opperde iemand dat begroetingsidee aan mij. Dat vond ik toen te duur. Nu doen we het. Corona heeft ook voor nieuwe banen gezorgd,’ aldus Kolfschoten. Hij maakt zich zorgen dat veel Woudenbergers de laatste maanden vooral via internet gekocht hebben. ‘Lokale ondernemers zijn lastig te vinden omdat Google laat betalen om je te laten vinden, dus kopen mensen bij Wehkamp of Bol.com. E-commerce heeft een hoge vlucht genomen.’ ‘Ik heb uitgezocht of ik hoger op Google kon komen, maar dat is onbetaalbaar,’ zegt Gea. Ze heeft veel acties gedaan op Facebook en Instagram. ‘Je moet inventief zijn en laten zien dat je bestaat.’ Ze geeft aan dat ze ook voor de corona al veel acties heeft gedaan. 'Ik heb het tot zo ver gered. Daar ben ik trots op. Ik heb bewezen dat mijn zaak bestaansrecht heeft. Ik heb in het begin een beetje steun gehad, maar later niet meer. Ik wil het op eigen kracht bewijzen. Daar ben je ondernemer voor', vertelt Gea.

'Koop in Woudenberg'

Gea heeft goede hoop dat de Woudenbergers de weg naar haar winkel en haar collega’s kunnen vinden. ‘Het is belangrijk dat Woudenbergers in het dorp kopen, anders verschraalt het winkelaanbod en moeten er steeds meer winkeliers stoppen.’ In kleine kernen zoals Achterveld is dat een serieus probleem. Er zijn te weinig winkels, dus gaan mensen naar een andere plaats om boodschappen te doen en wordt het nog lastiger voor de overblijvers om te overleven.

'Niet bang voor besmetting'

Volgens Kolfschoten hoeven mensen niet bang te zijn dat ze besmet worden als ze boodschappen doen. ‘Kijk, in Amsterdam en Amersfoort slenteren duizenden mensen bij elkaar en ze winkelen, maar doen geen boodschappen. Woudenbergers doen boodschappen in het dorp en maken een praatje met kennissen en vrienden. Dat is heel anders.’ Veel mensen maken zich druk over mogelijke besmettingen door vakkenvullers in de supermarkt 'Je komt inderdaad binnen hun anderhalve meter. Dat klopt, maar je passeert. De wagentjes vinden we belangrijk, want zo houden mensen voldoende afstand. Bij ons zijn die verplicht. We hebben heel weinig uitval gehad bij de vakkenvullers, dus is het blijkbaar niet gevaarlijk.' In Scherpenzeel mochten vorige week al klanten zonder afspraak onder bepaalde voorwaarden naar de winkels in. De DES heeft het gemeentebestuur gevraagd of deze regeling ook in Woudenberg ingevoerd kon worden. Dat weigerde de burgemeester omdat het tegen de wet inging. De DES reageerde teleurgesteld en vond dat de gemeente de ondernemers moest steunen. Het verhaal heeft reacties losgemaakt.

Ondernemende ambtenaren

Na de vraag of de gemeente voldoende steun aan de winkeliers gegeven heeft, is het bijna een halve minuut stil. Dan lacht Kolfschoten. ‘Nou,' luidt het antwoord. ‘De ambtenaren hadden best wat ondernemender mogen zijn. Woudenberg had de winkeliers kunnen helpen, maar ze hielden zich aan de wet. In Scherpenzeel deden ze dat anders. Ze liepen daar aan de linkerkant van het lijntje en hier aan de rechterkant. Jammer dat Woudenberg dit zo doet. Patrick Kolfschoten is blij met de verruiming van de regels. ‘Het voelde toch of we met zijn allen een beetje in de gevangenis zaten. Er was geen perspectief. Steeds werden de versoepelingen doorgeschoven. Kijk, als je weet over een maand is het voorbij, kun je aftellen. Dan leef je ergens naartoe.'