‘Maakt u zich geen zorgen, het komt goed’
WOUDENBERG – De gemeente Woudenberg heeft te weinig belangstelling voor het onderwerp inclusie. Dat verklaarde inwoner Benny Elferink tijdens de commissievergadering. Ook de fractie van de PvdA/GroenLinks maakt zich zorgen. ‘Maakt u zich geen zorgen. Het komt goed,’ antwoordde wethouder Marleen Treep.
De gemeente Woudenberg moet zorgen dat mensen met een beperking volwaardig mee kunnen doen in de samenleving, kansen krijgen op de arbeidsmarkt en hun stem kunnen laten horen in debatten. Dat beleid wordt inclusie genoemd. Er ligt een rapport over dit onderwerp bij de gemeenteraad. Benny Elferink gaf met de hulp van een doventolk, zijn mening over het stuk. Hij miste missie en enthousiasme. ‘Het lijkt wel een afvinklijstje.’ Hij wees er op dat de gemeente door een VN verdrag verplicht is om dit beleid goed vorm te geven. Elferink ziet er weinig van komen. ‘Als er een buurtavond over veiligheid wordt gehouden, moet ik zelf een tolk regelen. Anders kan ik niet mee praten. Dat zou de gemeente moeten regelen.’
De gemeenteraadsfracties verklaarden zonder uitzondering dat het belangrijk is dat mensen met een beperking goed mee kunnen doen, maar ze worstelden met de concrete uitvoering van het beleid. Standaard zo’n tolk inzetten, dat leek toch wel lastig. Stel dat je een tolk inhuurt en die zit er de hele avond werkeloos bij. De gemeente Woudenberg zet vaak moeilijk verstaanbare audioverslagen van de vergaderingen op haar website. ‘Zo kan ik de raad niet volgen. Ik wil graag een verslag op papier,’ stelde Elferink. ‘Een schriftelijk verslag, dat is veel werk,’ vond de wethouder. ‘Maar het is aan de gemeenteraad.’ Moniek van de Graaf, fractievoorzitter van de PvdA/GeroenLinks, maakte zich ook zorgen. ‘Dit onderwerp is ondergebracht bij het Sociale Domein. Maar dit is een onderwerp dat de hele organisatie aangaat. Het moet overal terugkomen.' Wethouder Treep vind dat de gemeente dit onderwerp prima aanpakte. ‘We willen een persoon verantwoordelijk maken. Als iedereen verantwoordelijk is, is niemand verantwoordelijk.' Ze verklaarde dat bij ieder voorstel er een paragraaf voor inclusie staat. Van de Graaf en Elferink wezen haar er op dat andere gemeenten al beleid ontwikkeld hadden. ‘U hoeft het wiel niet uit te vinden. Het bestaat al.' Henry van Veldhuizen, gemeenteraadslid van de SGP, vroeg waarom er geen inventarisatie van de behoeften op dit terrein gemaakt is. ‘Daar hebben we geen ambtenaren voor,' antwoordde Treep. Hij vroeg door. Zij antwoordde: ‘Als ik zeg dat we er geen mensen voor hebben, hebben we er geen mensen voor. Zo ligt dat. We praten nu al een uur over dit onderwerp. Het komt goed.'