Zorgprofessionals in gesprek over betere en efficiëntere zorg

Woudenberg vergrijst, er wonen zo’n 2500 ouderen boven de 65 jaar in Woudenberg. Het is meer dan noodzakelijk dat alle zorgverleners goed met elkaar samenwerken. Daarvoor is het nodig dat ze elkaar kennen, vertrouwen en benutten bij het beantwoorden van de vraag van de inwoners. In november 2019 startte daarom vanuit Coöperatie De Kleine Schans het werkatelier ‘Maak ouderen meester’. Een werkgroep die als opdracht kreeg om de zorgprofessionals bij elkaar te roepen om na te denken hoe de samenwerking beter en efficiënter kan.

De werkgroep bestaat uit: Herman van Bussel, adviseur Sociaal Domein en Zorg; Marnix Kelfkens beleidsmedewerker Sociaal Domein van de gemeente Woudenberg, Liekele Hoekstra, penningmeester Senioren Welzijn Organisatie (SWO) en Ellen van der Vlist, directeur Coöperatie De Kleine Schans. Marnix Kelfkens: “Ik zie dat er al heel erg veel gebeurt in Woudenberg en er zijn veel mensen met goede ideeën. Soms blijft dat een beetje naast elkaar functioneren en mensen weten dan niet van elkaars bestaan en dan is het ongelooflijk handig om toch de verbinding met elkaar te zoeken. Maar niet alleen wij zien die noodzaak, ook de zorgprofessionals zelf zien dat omdat er veel druk op de zorg staat. Dus met elkaar zijn we gaan kijken hoe we dat op een andere manier kunnen vormgeven. We willen veel meer vanuit de inwoner gaan denken, vanuit wat zij willen en waar ze werkelijk mee geholpen zijn.”

Met de via ZonMw ontvangen subsidie werden in het najaar van 2020 drie bijeenkomsten met zorgprofessionals gehouden. Deelnemers waren onder andere: huisartsen, wijkverpleegkundige, thuiszorg, fysiotherapie, Wmo, Sociaal Team (dagbesteding), gemeente, welzijns- en vrijwilligersorganisaties, ouderenconsulent.

Regie bij de inwoner
De zorgprofessionals maakten kennis met het gesprekswiel van ‘Maak de burger meester’, een hulpmiddel om een intakegesprek met de inwoner te voeren. Doel is dat de inwoner zijn eigen situatie en zorgvraag in kaart brengt en invloed heeft op de uitkomst. De regie moet bij de inwoner blijven. Met behulp van het gesprekswiel kan ingegaan worden op zes domeinen van het leven van de inwoner. Aan de hand van verschillende kaartjes over deze domeinen wordt inzichtelijk wat nog wel mogelijk is bij een inwoner met een (gezondheids)probleem. Positief beïnvloeden van inwoners met een zorgvraag staat hierin centraal. Ook werd er onderling doorgesproken hoe de onderlinge samenwerking verbeterd kan worden.

Vervolgfase
De werkgroep kijkt terug op zinvolle bijeenkomsten. Marnix Kelfkens: "De basis is gelegd en we gaan mensen vragen of ze ook bij het vervolgtraject betrokken willen zijn. En dan gaan we verder werken aan het doel dat de inwoner eigenaar wordt over zijn eigen vraag. Dus dat de inwoner bijvoorbeeld zegt: ‘Ik voel me eenzaam, maar ik wil zorgen dat ik weer goed kan wandelen, zodat ik naar iemand toe kan wandelen'. Zo wordt eenzaamheid eigenlijk opgelost met fysiotherapie. Je laat de inwoner dus kijken naar wat eigenlijk de vraag is.