Afbeelding
foto: redactie

Zorgen over vergunningen markt

WOUDENBERG – De standplaatshouders van de zaterdagmarkt zijn ontevreden over de duur van twee vergunningen, die de gemeente geeft aan de bakker en de groenteboer. Ze mogen voorlopig maar één jaar op de markt staan. Na een evaluatie worden die vergunningen mogelijk verlengd. De andere vier krijgen een vergunning voor vijf jaar. ‘Oneerlijk,’ vindt Justus van der Geer, de woordvoerder van de standhouders.

De markt wordt op dit moment op het Julianaplein gehouden. Door de bouwactiviteiten daar, moet de markt verhuizen. Zeer tegen de zin van de marktkooplieden. Ze vinden dat ze met zijn zessen een succesvolle markt hebben opgebouwd en willen de formule intact laten. In september en oktober was er veel te doen over de opstelling van de kramen op het Poortplein. Nadat er een goede oplossing gevonden was, kwam de heer Schimmel naar de commissie om uit te leggen waarom de groenteboer en bakker niet zo blij waren met de voorgenomen vergunningen.

Op het Julianaplein hebben ze een vergunning om vanaf 7 uur te bouwen, zodat de markt om 8 uur kan beginnen. De groenteboer en de bakker hebben echter twee uur nodig om hun kraam in te richten. Dat doen ze nu ook, hoewel dat officieel niet mag. Schimmel vroeg de gemeente om een oplossing zodat de kramen op tijd klanten kunnen ontvangen. Wethouder Vlam toonde zich toen bezorgd omdat ze bang was dat de markt eerder dan 8 uur zou beginnen. Marco van de Hoef, fractievoorzitter van GBW, vroeg haar toen soepel op te treden. ‘Ze zetten echt de disco om 6 uur 's ochtends niet aan.' Nu blijkt dat vier van de zes ondernemers een vergunning voor vijf jaar kregen en twee voor een jaar met een evaluatiemoment. ‘We vinden dat we allemaal een vergunning voor vijf jaar moeten krijgen,' zegt Van der Geer. ‘We moeten investeringen doen. Eén jaar met het risico dat de vergunning niet verlengd wordt, is niet goed.' Het risico bestaat dat mensen bezwaar maken tegen de vroege opbouw van de markt. Als de groenteboer en bakker niet meer op de markt staan, lijden de andere standplaatshouders ook nadeel. Hij vreest een blokkade van de vergunning na de evaluatie.

Van der Geer maakt zich zorgen over het proces. Hij zegt: ‘Als de dingen geregeld worden die wij als marktondernemers hebben gevraagd kunnen wij uit de voeten.’ Veelzeggend is zijn reactie op de vraag of wethouder Vlam en de gemeente zich aan de afspraken houden. ‘Daar doen we op dit moment geen uitspraak over.’

De markt moet gedeeltelijk over een provinciaal fietspad opgezet worden. Van der Geer zegt dat hij niet weet of de provincie dat goedkeurt. Ook is er volgens hem nog niet gesproken met de DES en de Poortzangers met wie de standplaatshouders een aantal zaterdagen het plein moeten delen. Ook is er volgens hem nog geen contact met de omwonenden geweest.

De gemeente geeft aan dat in het beleid nu eenmaal staat dat standplaatshouders een uur krijgen om hun kraam op te bouwen. Ze maakt een uitzondering voor de marktkraamhouders, die langer nodig hebben, maar wil wel kijken wat de ervaringen zijn.

De provincie meldt dat de provincie akkoord is met het gebruik van het fietspad en dat de omwonenden weten dat er een markt op het Poortplein komt en onder welke voorwaarden.

De gemeente heeft contact gehad met de DES en de Poortzangers. ‘Iedereen wil meewerken. In het nieuwe jaar gaat het overleg verder.’