Afbeelding
foto: gemeente Woudenberg

Samenwerking moet fusie afwenden

WOUDENBERG – Woudenberg zet de komende jaren in op samenwerkingsverbanden met andere gemeenten. Dat heeft voordelen zoals het delen van kennis en een professionelere uitvoering van het beleid. De nadelen zijn ook aanzienlijk: het kost geld en de democratische legitimatie is moeizaam. Het stuk wordt in de commissie van 10 november besproken. De provincie stuurt een afvaardiging.

Gerhard te Winkel

Zo’n 15 jaar geleden wilden Woudenberg en Scherpenzeel graag een fusie aan gaan met Renswoude. De nieuwe gemeente zou zo’n 25.000 inwoners binnen haar grenzen hebben. De gemeenten pasten goed bij elkaar. De provincie Gelderland vond het prima als Scherpenzeel Utrechts werd. Een fusie van alleen Scherpenzeel en Woudenberg leverde volgens de betrokken bestuurders niet de ideale schaalgrootte op.

Het leek een logisch plan. Alleen Renswoude verzette zich met hand en tand tegen dit voornemen. De argumenten die ze gebruikten waren opzienbarend en bij vlagen verbijsterend. Op een inspraakavond verklaarde een inwoner: 'In de oorlog zijn we door de nazi’s bezet en nu door Woudenberg en dat is hetzelfde'. Ik zal niet snel de gezichten van de Woudenbergse wethouders vergeten, toen ze dit hoorden. Later legde een ander uit dat de voorstanders van de fusie in de hel zouden branden.

Hugo Schorer, toen burgemeester van Renswoude, rekende zijn inwoners voor dat hun stem niet gehoord zou worden in een gemeente waarin Woudenberg en Scherpenzeel zo’n 20.000 inwoners inbrachten. Dan zou de stem van Renswoudenaren meer gewicht in de schaal leggen als ze opgingen in Veenendaal. Toen ik hem later vroeg hoe hij zich dat voorstelde, Veenendaal heeft ten slotte bijna 67.000 inwoners, antwoordde de burgemeester dat ik er niets van snapte.

Leusden wilde toen ineens ook nog meedoen. Burgemeester Cees Jan de Vet zei tegen de Leusdense gemeenteraad: ‘Renswoude zal niet gedwongen worden. Dan kunnen wij Woudenberg mooi inlijven.' Lees verder op pagina 3.