Lammert van Beek in de achtertuin bij zijn bijen
Lammert van Beek in de achtertuin bij zijn bijen / foto: Lammert van Beek

Geen hobby brengt mij dichter bij de natuur dan het houden van bijen

WOUDENBERG Het seizoen voor de imker zit er wel zo’n beetje op. Begin deze maand hebben de bijen zich teruggetrokken in hun kasten. De bloemen die de bijen voorzien van nectar en stuifmeel zijn uitgebloeid. Tot het voorjaar genieten de bijen van hun winterrust.

BIJENVOLKEN

Lammert van Beek zorgt ervoor dat de bijen in zijn kasten voldoende voedsel hebben om de winter te overleven. Mocht er niet voldoende honing aanwezig zijn, dan voert hij suikerwater bij. Omgerekend heeft één bijenvolk tien tot vijftien kilo suiker nodig om de winter door te komen. “Op dit moment heb ik acht volken. Volgend jaar wil ik weer beginnen met twee. Wat ik over heb verkoop ik of geef ik aan beginnende imkers in mijn omgeving”. Bijen planten zich voort door te gaan zwermen.

Als er te veel bijen in een kast zitten, legt de koningin eitjes waar een nieuwe koningin uit wordt geboren. Normaal krijgen de eitjes een zgn. schrale voeding. Deze eitjes worden larven en hieruit worden werksters of darren geboren. Een aantal eitjes krijgt speciale voeding. Hieruit wordt een nieuwe koningin geboren. Als dat gebeurt, zwermt de oude koningin met een groot deel van het volk uit en vormt hiermee weer een nieuw volk. Dit nieuwe volk vestigt zich dan in eerste instantie bijvoorbeeld aan een boomtak. “Ik schep of veeg ze daar dan vanaf en plaats ze in een lege kast”. In de zomer leven werksterbijen een week of vijf. Ze verzorgen de koningin, de darren en de larven. Als de werksterbijen een week of drie oud zijn, vliegen ze uit en gaan op zoek naar nectar en stuifmeel. De enige taak van de darren, de mannetjesbijen, is om de koningin te bevruchten. Daarna gaan ze gelijk dood.

LIEFDE VOOR DE NATUUR

Als jochie van een jaar of zes kwam Lammert regelmatig bij zijn overbuurman in zijn geboorteplaats Ugchelen. Hij had al snel door dat uit diens bijenkorven wat lekkers te halen viel. “Voor de honing die ik uit de raten van mijn buurman kreeg, had ik best een bijensteek over”. De liefde voor de natuur en met name de bijen is daar begonnen. Na zijn middelbare school ging Lammert biologie studeren in Utrecht. Op zijn achttiende begon hij zelf met een bijenkast.

Hij woonde als student nog op kamers in Utrecht en ging in het weekend naar huis om te voetballen en om zijn bijen te verzorgen. Het gebeurde wel dat een koningin door de weeks ging zwermen. Een collega-imker moest dan bijspringen om het nieuwe volk te scheppen. Na zijn studie ging Lammert werken bij TNO in Zeist. “We vonden aan de Nico Bergsteijnweg in Woudenberg een huis met een mooie diepe achtertuin waar ik bijen kon houden. Daar woon ik nog steeds”.

SAMENWERKING

Samen met de Stichting Duurzaam Woudenberg en de gemeente heeft Lammert namens de imkervereniging Scherpenzeel/Woudenberg het initiatief genomen om de biodiversiteit in ons dorp te verbeteren. Zo zijn er dit jaar ongeveer twintig bloemenstroken ingezaaid om bijen, hommels en vlinders aan meer voedsel te helpen en zo de biodiversiteit te dienen . “We hopen natuurlijk dat dit volgend jaar ook weer gebeurt. Verder geven we lessen over bijen op de basisscholen.

En elke derde woensdag van maart organiseren we in Woudenberg de boomfeestdag. Met leerlingen van de basisscholen planten we dan bomen. De bloesems hiervan zijn belangrijk voor de bijen en vlinders. Ook hebben we een vlinder- en bijentuin gerealiseerd bij de gemeentewerf. Imkers kunnen hier hun bijenkasten neerzetten”. De samenwerking met de gemeente verloopt prima. “Als zij een melding krijgen van een gevonden bijenvolk, schakelen ze ons in. Wij gaan er dan op af en zorgen voor een goede afloop.”

HONING

De hoeveelheid honing die een bijenvolk produceert is afhankelijk van het weer. De smaak ervan hangt af van waar de bijen hun nectar halen. De eerste honing in het voorjaar komt van de wilgen en de fruitbomen. “Zelf houd ik van heidehoning. Hiervoor breng ik mijn kasten naar de Veluwe, vlakbij Ugchelen. Ik zou ze natuurlijk ook naar de Treek kunnen brengen, maar dat is te dicht bij huis. De bijen zouden dan direct weer terugvliegen naar onze achtertuin en daar vinden ze dan hun bijenkast niet meer.

BEDREIGINGEN

Geen hobby brengt mij dichter bij de natuur dan het houden van bijen. Je ziet dat de bij in het middelpunt staat van de natuur”. Meer dan driekwart van de planten op aarde is afhankelijk van de bestuiving door bijen. Veel van onze landbouwgewassen bestaan door hun werk. Zonder de bij zouden we geen noten, fruit, groenten en chocolade kunnen eten of koffie kunnen drinken.

Einstein zei ooit: ‘Als de bij uitsterft heeft de mens nog maar vier jaar te leven’. Lammert ziet het niet zo somber in: “Er zijn ontwikkelingen in het veredelen van voedselgewassen, zonder dat daar bevruchting met de hulp van bijen voor nodig is”. Gewasbeschermingsmiddelen in de landbouw zijn een bedreiging voor de bij. Gewassen worden dan niet ziek, maar de bijen die op die planten voedsel verzamelen gaan dood. Verder veroorzaakt de Varroa-mijt de laatste jaren veel sterfte onder de bijenvolken.

BIODIVERSITEIT

Het begrip biodiversiteit slaat steeds meer aan. Ook wij als inwoners van Woudenberg kunnen bijdragen aan de verbetering hiervan. Lammert zou graag zien dat tuinen veranderen in een driesterrenrestaurant voor bijen. “Minder stenen en meer borders met bloeiende bloemen. Geschikte bloemzaden hiervoor zijn er te kust en te keur. Kijk maar eens bij de Welkoop in ons dorp. We zien ook, dat er veel nieuwe imkers bij komen. Dat is een mooie ontwikkeling.

Jonge gasten en tegenwoordig ook steeds meer vrouwen. Ik ben ook beschikbaar als mentor voor beginnende imkers. Ik maak ze wegwijs en leer ze de hobby onder de knie te krijgen”. Het houden van bijen kost Lammert jaarlijks tussen de 500 en 1000 euro. Daartegenover staat dat de verkoop van honing wel weer wat oplevert. “Maar de grootste winst is het plezier dat je eraan beleeft”. Het zien van de bijen en het gezoem ervan in de zomer geeft hem steeds weer een fijn gevoel.

BLOEMENWEI

Naast de bijenhouderij heeft Lammert jarenlang met veel plezier gevoetbald in ons dorp. Zo’n vijfentwintig jaar geleden maakte een ernstige knieblessure daar abrupt een einde aan. Toch komen veel spelers hem nog regelmatig tegen op de club als barkeeper op de dinsdagavond.

Begin dit jaar heeft hij samen met Mark Wams en Irene Houtsma het initiatief genomen voor een mooie strook met ingezaaide bloemzaden achter één van de velden. “Met een flink aantal vrijwilligers hebben we de handen hiervoor uit de mouwen gestoken. Het resultaat was geweldig. Ik hoop dat we dat volgend jaar weer kunnen doen”.