gemeentehuis Woudenberg
gemeentehuis Woudenberg / Foto: redactie

Burgers moeten meepraten over bezuinigingen over voorzieningen

WOUDENBERG – De gemeenteraadsleden en het college van burgemeester en wethouders willen met de inwoners een dialoog hebben over de bezuinigingen. ‘We willen met de burgers in discussie over de toekomstige ontwikkeling van het dorp,’ verklaarde Elli van Oosterom, fractievoorzitter van de ChristenUnie.

In 2013 ging het gemeentebestuur ook al met de inwoners in gesprek over de toen noodzakelijke bezuinigingen. Marco van de Hoef, fractievoorzitter van GemeenteBelangen Woudenberg, en burgemeester Cnossen keken met een goed gevoel op dat proces terug. Het college presenteerde nu een plan, waarbij vertegenwoordigers van diverse Woudenbergse verenigingen, stichtingen en instellingen begin volgend jaar bij elkaar zouden komen om de ontwikkeling van het dorp en het belang van de diverse activiteiten te bespreken en tegen elkaar af te wegen.

Het oorspronkelijke plan van het college was dat het volledige te bezuinigen bedrag uit het werkveld samenleving zou moeten komen. Gedeputeerde Robert Struijk gaf eerder aan dat hem dat een onmogelijke opgave leek. Ook de gemeenteraadsfracties vonden deze opgave te heftig. Ze besloten dat ze naar alle werkvelden wilden kijken.

De burgers mogen mee praten welke maatregelen er genomen moeten worden. Moet er heftig op het groenonderhoud bezuinigd worden of kan het leerlingenvervoer een tandje minder? Hoe moet het verder met de kosten van het sociaal domein? Dat zijn ingewikkelde keuzes, waarbij de gemeente ook nog wettelijke verplichtingen heeft en de gemeente met allerlei partijen contracten heeft. Het is de bedoeling dat de deelnemers van de dialoog goed weten wat de speelruimte is, die ze hebben.

Henk van de Wetering, nu gemeenteraadslid voor de PvdA/GroenLinks, deed in 2013 mee aan de dialoog als vertegenwoordiger van sportverenigingen. Aan die dialoog hield hij, in tegenstelling tot de coalitiepartijen en het college, geen goed gevoel over. Hij maakte een alternatief voorstel voor de nieuwe dialoog. Hij wilde dat er meer experts uit andere plaatsen ingeschakeld zouden worden. Zij hebben ervaring met dit soort ingewikkelde processen en hun kennis kan een nuttige bijdrage aan de discussie leveren.

Het plan van het college voorziet een marginale rol voor de gemeenteraadsleden en wethouders. Ook dat wil Van de Wetering graag anders zien. Het leek hem beter als de bestuurders zelf hun mening gaven en toelichtten. Dit laatste voorstel zorgde voor gemengde gevoelens bij zijn collega raadsleden. Michel Hardeman, fractievoorzitter van het CDA, begreep het punt. Maar hij aarzelde. ‘Ik ben bang dat de aanwezigheid van een wethouder of een raadslid een sturende richting aan de discussie zal geven. Als we meedoen, moeten we dat rolzuiver doen en geen richting aangeven.’        

Wethouders willen met de inwoners een dialoog

Van de Wetering benadrukte dat hij een betere discussie wilde hebben, dan het gepraat van 2013. ‘Ik heb het gevoel dat uw voorstel vooral voort komt uit uw persoonlijke frustratie en dat het minder met huidige voorstel te maken heeft,’ constateerde Marco van de Hoef. Hij betwijfelde of dit verstandig was. Van de Wetering werd daarop vreselijk boos. ‘Ik vind deze opmerking heel erg teleurstellend,' riep hij. ‘Ik wist dat ik me kwetsbaar maakte voor dit soort verwijten. Ik verwachtte dat ze gemaakt zouden worden. Ik vind dit heel erg teleurstellend, heel erg teleurstellend.' De hele dialoog maakte Van de Wetering niet blij. Veel sprekers verklaarden voortdurend dat ze goed naar hun collega's geluisterd hadden, maar dat er toch een punt was waar ze zich zorgen over maakten.

Zo legde Van Oosterom uit dat ze toch echt graag met de inwoners over de toekomst van het dorp wilde spreken. ‘Zo jammer dat dit niet in het voorstel van de PvdA/GroenLinks zit. Dat vinden we essentieel.'

Van de Wetering verklaarde dat dit een onjuiste conclusie was en dat hij natuurlijk ook met de burgers over de toekomst van het dorp wilde spreken.

De volgende spreker legde dan weer uit dat dit niet klopte, waarop Van de Wetering weer antwoordde dat hij dat wel wilde en zo verder. Overigens is het helemaal de vraag hoe die dialoog georganiseerd moet worden. Niemand weet welke maatregelen in verband met corona tegen die tijd van kracht zijn.